Basisvakken
Een goede ontwikkeling en beheersing van de Nederlandse taal is een belangrijke voorwaarde voor schoolsucces en maatschappelijk functioneren. Taal is een kernvak en de basis voor de verdere ontwikkeling van iedere leerling. Op de Bornwaterschool kiezen we voor interactief taalonderwijs. Dat betekent dat sociaal leren, betekenisvol leren en strategisch leren centraal staan. Zowel leesmotivatie en tekstbegrip, als actief mondeling - en schriftelijk taalgebruik, worden gestimuleerd en hooggewaardeerd, niet alleen in de taallessen, maar in alle vakken. We beginnen iedere dag met lezen, uiteraard wordt er in de klassen ook voorgelezen. Wij werken met moderne, uitdagende methodes voor taal, spelling en lezen. Deze methodes bieden ook digitale mogelijkheden. Kenmerkend voor de Bornwaterschool is het tutorlezen, waarbij leerlingen uit de bovenbouw een taalmaatje hebben in groep 2, 3 of 4 met wie ze samen praten en lezen om de taalvaardigheid te vergroten. Dit zorgt voor meer motivatie en versterkt de sociale contacten tussen de verschillende groepen.
Op de Bornwaterschool kiezen we voor een combinatie van realistisch en traditioneel rekenen. Vanuit betekenisvolle situaties wordt inzicht en begrip gecreëerd, waarna de bijbehorende vaardigheden uitvoerig worden geoefend, geautomatiseerd en gememoriseerd. We leren onze leerlingen in eerste instantie rekensommen op één manier op te lossen. In een later stadium bieden we ook andere rekenmethodieken aan, afhankelijk van het niveau van de leerling. Ook bij de rekenmethode 'Pluspunt' zijn mogelijkheden tot digitale verwerking van de leerstof. Naast de methode maken we gebruik van bewegend leren om rekenkracht verder te ontwikkelen. Buitenlessen en materiaal van 'Met sprongen vooruit' zijn hier voorbeelden van.
De basisvakken voor taal en rekenen worden onderwezen volgend het Expliciete Directe Instructiemodel (EDI). Kenmerkend voor EDI is dat het zorgt voor een doorgaande lijn in school op het gebied van instructie waarbij rust en structuur in de lessen en differentiatiemogelijkheden centraal staan. De leerkracht oefent samen met de kinderen een nieuw lesdoel in, voordat de leerlingen in verschillende niveaugroepen, zelfstandig aan het werk gaan. Tijdens de instructie en het zelfstandig werken ligt de focus op (plezier in) het proces van leren en de controle van begrip, waarbij het toepassen van de juiste strategie belangrijker is dan de juiste uitkomst.
